NIEUWEGEIN – In de oude hockeykantine in de wijk Rijnhuizen komt een buurthuis. Het pand staat leeg en wordt over drie jaar gesloopt, dan komen er huizen. Tot die tijd wordt het een ontmoetingsplek voor de wijk en wordt er gezocht naar een definitieve plek.
Bewoners vinden een ontmoetingsplek in de wijk belangrijk, vertellen Shida Versteeg, wijkcoördinator en Herman Hendriks, voorzitter van het wijkplatform. Zij hebben zich ingezet om het pand voor de wijk in bruikleen te krijgen van de gemeente en zijn blij dat dat gelukt is.
Proefdraaien
Het idee is dat het een buurthuis voor en door de buurt wordt. Herman: “We willen een groep mensen bij elkaar krijgen die dit willen dragen. Zodat die groep door kan als er een definitieve plek is.” “Proefdraaien.”, vult Shida aan. “Kijken in hoeverre er draagvlak is vanuit de bewoners om het met elkaar te runnen.” Herman: “Wij vullen het niet in. We gaan het organisch opbouwen, de wijk zoveel mogelijk in zijn kracht zetten om het zelf te organiseren.”
Kleine klusjes
Het eerste dat moet gebeuren is schoonmaken. Dat staat op het programma tijdens NLdoet op zaterdag 15 maart. Een dag voor meer kleine klusjes, zoals wat schilderwerk. En er zijn nog wel een paar wensen, vertelt Herman. “Een andere keuken. Wel duurzaam, dan kan die mee naar de definitieve plek. Een tussenwand, de ruimte is 200 m², dan kunnen we meer groepen tegelijk hebben. We willen verschillende activiteiten aanbieden.”
Valentijnsdag
Uit de wijk komen al leuke ideeën. De BSO gaat op Valentijnsdag oppassen op buurtkinderen. “Dan kunnen papa en mama uit eten. En hebben de kinderen een filmavondje. Popcorn erbij. Superleuk.”, zegt Shida. Dat wordt dan gedaan in de basisschool, de vloer in het buurthuis is nog te vies. Op 6 april tijdens de Dag van de Vaart wordt een Open Dag gehouden.
De wijk is de laatste jaren flink gegroeid. En er komen nog veel meer inwoners bij. Het wijkplatform wil graag nieuwe bewoners betrekken bij de initiatieven en samen het wijkgevoel creëren. Voor meer informatie: contact@rijnhuizen.nl
Foto: Herman Hendriks