NIEUWEGEIN – Jeuk, vlekjes en blaren. De eikenprocessierups is van alle markten thuis. Vanuit hun nesten in bomen verspreiden schadelijke haartjes zich over de omgeving. Niet alleen de haren, maar ook de rupsen verspreiden zich: hun aantallen in Nieuwegein zijn meer dan verdubbeld vergeleken met vorig jaar.
Het lichaam van een eikenprocessierups is bedekt met piepkleine haartjes. Deze ‘brandharen’ zorgen voor jeuk, rode plekken en bultjes als ze in contact komen met de huid. De haartjes zijn ontzettend klein, waardoor ze met de wind mee kunnen zweven.
Piekjaren
In Nieuwegein zijn er dit jaar al 400 meldingen van nesten gedaan. Dat is een grote stijging vergeleken met de 147 meldingen in 2024. “De eikenprocessierups kent een natuurlijke cyclus van zes tot zeven jaar. In 2019 was er een piek in het aantal rupsen. In de jaren daarna werd het minder. We zitten nu in de opbouw naar een nieuw piekjaar, dat is volgens verwachting”, aldus Archena Soekhai van Gemeente Nieuwegein.
Bestrijding
Gemeente Nieuwegein zet verschillende bestrijdingsmiddelen in om overlast aan te pakken. Soekhai: “We zetten in op natuurlijke bestrijding. Bij eikenbomen in de stad hebben we 300 vogelhuisjes opgehangen. De vogels die daar in wonen eten de rupsen graag. De gemeente zet zich ook in voor biodiversiteit in de omgeving om meer natuurlijke vijanden van de rupsen aan te trekken.”
De Nationale Bomenbank onderzoekt bomen in opdracht van de gemeente. Ze komen alleen in actie als ze een nest vinden. Nesten worden weggehaald om verspreiding te voorkomen.
Klachten door brandharen
De brandharen van de eikenprocessierups kunnen voor jeuk, bultjes en rode plekken op de huid zorgen. GGD Leefomgeving adviseert om geïrriteerde plekken af te spoelen met lauw water. “We verwachten niet dat het aantal meldingen van nesten nog veel gaat toenemen”, zegt Soekhai. “Over het algemeen is één controleronde genoeg om de verspreiding in kaart te brengen. De gemeente zal bij alle nieuwe meldingen actie ondernemen.”
Foto: ter illustratie













