Lekstroom regio – Ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis sluit Omroep Lekstroom oktober af met verhalen uit het verleden van onze regio. Vanaf 25 oktober ontdek je in het weekend telkens iets nieuws. Deze keer gingen we naar Houten.
Tussen de eerste en vierde eeuw van onze jaartelling lag Houten op de grens van het Romeinse Rijk, de zogenaamde Limes. “Dat was geen scherpe grens, met aan de ene kant de Romeinen en aan de andere kant de barbaren,” vertelt Bert van Houwen, lid van de Archeologische Werkgroep Leen de Keijzer en zelf amateurarcheoloog, “Het was eerder een verdedigingsgordel en transportroute, waarlangs troepen zich snel over water en land konden verplaatsen.” De Romeinen wilden oorspronkelijk Noord-Europa (het Germaanse gebied) en Engeland veroveren. Net als in veel Asterix & Obelix-strips liep dat plan uit op een mislukking. In het Teutoburgerwoud werden drie legioenen – elk bestaande uit zo’n 5.000 à 6.000 infanteristen – aangevuld met ruiters en andere eenheden – in de pan gehakt. Daarna trokken de Romeinen zich terug achter de rivier, een natuurlijke verdedigingslinie. Langs die zone verrezen talloze forten.
Romeinse munten, in Houten gevonden
45.000 mensen
Tussen Houten en het huidige Bunnik werd het eerste en grootste Romeinse fort van Nederland gebouwd: Fectio (Vechten). “In zo’n fort verbleven ongeveer tienduizend militairen en werden paarden gewisseld”, legt Van Houwen uit. “Dat betekende dat er veel monden gevoed moesten worden.” De herenboerderijen in Houten verzamelden de oogst en verhandelden die aan de Romeinen. Er vestigde zich steeds meer ambachtslieden en kooplieden in de omgeving. “Na 25 jaar dienst mochten militairen een ander leven beginnen en bijvoorbeeld een boerderijtje in de buurt kopen”, vertelt Han Bijleveld, lid van de werkgroep en gespecialiseerd in de Romeinen. “Er woonden dus ook veel veteranen, vrouwen, vriendinnen en kinderen. Dat leidde tot een enorme groei. In de eerste twee eeuwen woonden er al ongeveer 45.000 mensen in Houten, evenveel als nu,” schrijft archeoloog Wouter Vos in zijn proefschrift. “Er werd dus flink gebouwd. Weliswaar meestal van hout, er waren maar vier stenen gebouwen,” aldus Van Houwen.
Nieuwe invloeden en gewoonten
De Romeinen beschouwden zichzelf als superieur, omdat zij konden schrijven en de Germanen niet. “Ze schreven vooral positief over zichzelf. Het was eigenlijk een vroege vorm van propaganda”, zegt Bijleveld. “Maar wat ze vooral goed konden, was kennis en materialen uit andere landen verspreiden.” Behalve handel brachten de Romeinen nieuwe technieken in de landbouw en veeteelt mee, evenals nieuwe gebruiken, eetgewoonten en religieuze invloeden. “Ze hebben zo’n vijftig dieren en gewassen geïntroduceerd: bloemkool, om maar wat te noemen, maar ook kruiden als rozemarijn, lavendel en tijm. Zelfs kippen en konijnen lopen hier nu dankzij de Romeinen”, vertelt Bijleveld. “Wat niet veel mensen weten is dat beton een Romeinse uitvinding is. Dat is later in de vergetelheid geraakt en pas in de 19e eeuw weer heruitgevonden. Er is zelfs beton waarin vulkaanstof zit die steeds verder uithardt.” Ook cultureel waren de invloeden groot. De Romeinen namen verschillende volken en religies in hun rijk op. “Om lokale opstanden te voorkomen, werden soldaten vaak ver van hun geboortegrond gestationeerd. Er dienden dus soldaten uit allerlei landen en de gouverneur van deze regio had een Syrische vrouw uit Palmyra, om een voorbeeld te geven”, zegt Bijleveld.
Een bijzondere grafsteen

Dat Houten een welvarende en bloeiende omgeving was, blijkt uit de vele archeologische vondsten: servies, munten, wapendelen en meer. Een bijzondere ontdekking was een deel van de grafsteen van Tiberius Julius Probus, een maritieme veteraan uit circa 30–54 na Christus. De steen werd gevonden bij de Molenzoom door Ben Elbersen en geldt als een van de oudste grafstenen die in Nederland zijn aangetroffen en de eerste met beeldhouwwerk. Na onderzoek door de Vrije Universiteit Amsterdam en tentoonstellingen in het gemeentehuis van Houten en het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, is de steen inmiddels teruggekeerd naar Museum Houten. Dat de steen incompleet is, komt doordat de Romeinen veel bouwmateriaal hergebruikten. “Een vroege vorm van circulaire economie”, zegt Bijleveld met een glimlach. “Vermoedelijk is de rest weer gebruikt als bouwsteen.”
Drugs?
En gebruikten de Romeinen drugs? Tijdens opgravingen in de wijk Castellum werden resten van oude Romeinse boerderijen gevonden. Daartussen lag een schapenbotje met berkenpek, een soort lijmmiddel. “Er werd ook bilzekruid aangetroffen, een plant met een hallucinerende werking”, vertelt Van Houwen. “Het kan zijn gebruikt als geneesmiddel of als voorloper van drugs. Het onderzoek naar het botje haalde zelfs The New York Times.” Bij de aanleg van de fietstunnel werden tussen 1989 en 1995 eveneens resten van een stenen gebouw gevonden, met stevige funderingen, muurschilderingen en zelfs een verdieping. De functie is onbekend, maar mogelijk was het een Romeinse herberg of badhuis.

Met het vertrek van de Romeinen, rond de vierde eeuw na Christus, vertrokken ook veel bewoners. Bovendien verdween een groot deel van het bos: de Romeinen gebruikten veel hout als brandstof. Van de periode daarna zijn nog maar weinig sporen gevonden, slechts enkele boerderijen. Wat resteert zijn de vele vondsten die nog steeds worden gedaan. Om de kennis daarover te delen, wordt intensief samengewerkt. “Sinds 2021 is de Limes erkend als UNESCO Werelderfgoed”, zegt Bijleveld. “Het mooie is dat de drie provincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland, samen met diverse organisaties, nu samenwerken om er één samenhangend verhaal van te maken, met meer middelen en mensen dan ooit tevoren.”













