IJSSELSTEIN – De een wil bij de politie, de ander wil lopen zonder last en weer een ander komt vooral voor de gezelligheid. Op vrijdagochtend verzamelt een divers gezelschap Lekstromers zich in de Utrechtsestraat in IJsselstein voor een uurtje hardlopen. In deze (zondag)serie van Omroep Lekstroom volgen we verschillende inwoners op hun weg naar de Linschotenloop op 20 december.
Lees ook deel 1, 2, 3 en 4 van de serie.
Deze vrijdagochtend is het frisjes als we vertrekken bij REactive. Warmlopen is nodig. Meteen na het eerst stukje rennen doet Elma ons een oefening voor. We houden onze voeten ontspannen en landen op het midden van de voet. “Vroeger moest je juist landen op je hielen en dan afrollen”, fluistert Cynthia me toe. Chantal merkt hetzelfde op. “Dat is nu uit de tijd”, reageert Elma. “Vroeger was niet alles beter!”, roept iemand. Dat toont maar aan dat inzichten veranderen. Wekelijks doet Elma een andere techniekoefening voor. Hoe belangrijk is techniek eigenlijk?
‘Hardlopen’ verkeerde term
“Ik vond hardlopen echt verschrikkelijk”, vertelt Chantal (43) me desgevraagd. Voordat ze bij de hardloopgroep zat, rende ze af en toe. “Ik ben vaak alles of niets. Dus ik ging altijd zo ver en zo hard mogelijk.” Met als gevolg dat ze direct pijn had. Last van haar heupen en knieën. “Het lukte maar niet om het leuk te vinden. Ik wist ook niet wat ik verkeerd deed.”
De term ‘hardlopen’ is eigenlijk verkeerd gekozen volgens Elma. “Mensen denken dat ze heel hard moeten lopen”, legt ze uit. “Terwijl je veel efficiënter traint als je wat rustiger loopt. Leren je tempo te doseren geeft de meeste mensen veel meer loopplezier.”
Schommelen
Voor Chantal was een enorme eye-opener om zich meer uit te strekken tijdens het lopen. Dat combineert ze met licht voorover hellen en haar voeten ontspannen houden. “En ik heb tot nu toe nérgens last van”, vertelt ze enthousiast. “Nergens!”
Elma legt uit hoe dat komt. “Als je niet goed opstrekt, gaat je lijf een beetje schommelen. En je hebt meer storende bijbewegingen.” Goed strekken zorgt voor meer loopgemak én is blessurepreventief. En dat voorover hellen dan? “Dan maak je meer gebruik van de zwaartekracht. Je hoeft dan niet steeds over je lichaamszwaartepunt heen te stappen”, vertelt Elma.
We rennen tien minuten aan een stuk. “Het is de bedoeling dat je heel rustig rent”, instrueert Elma. “Als je te hard gaat”, zegt ze terwijl een politieauto verderop stopt, “heb ik de politie ingeschakeld. Dan word je geflitst!”
Niet ontbeten
Lisa (21) liep aanvankelijk met haar armen te hoog langs haar lichaam. Kickboks-eigen, denkt ze. “Dan hoor ik Elma telkens achter me: Lisa, armen laag!” Omdat ze lang is, zet ze van nature grote stappen. Elma legde uit dat ze beter korte stapjes kan zetten. “Anders blijft je lichaam achter en moet je je heup telkens over je voet heen tillen. Kleine stapjes zetten voelde in het begin heel raar, maar nu ben ik eraan gewend.”
Waar ze nog niet aan gewend is, is de kou. “Dan lig ik veel te lekker en wil ik m’n bed niet uit. Dus vanochtend heb ik niet ontbeten”, geeft ze toe. En dat begint ze tegen het einde van de training toch te merken. Fwiet, klinkt het fluitje van Elma na de laatste interval. “Je hebt het overleefd Lisa!” Die sprint snel huiswaarts – naar haar bakje kwark.
(wordt vervolgd)
Foto: Dirk Hooijer.













