LEKSTROOM REGIO – Wat opviel bij de verkiezingsuitslag in 2023 is dat in ieder stembureau in de Lekstroomregio de PVV of de VVD de grootste werd, behalve in het noorden van Houten. Daar won GroenLinks-PvdA steeds met minstens drie procentpunt. Waar dat door komt? Politiek geograaf Jaap van Slageren: ‘Hoogopgeleide stedelijke professionals worden Utrecht uit gedreven.’
Zeker in 2023, meent Jaap van Slageren, was opleidingstype een goede indicator voor de verkiezingsluitslag. Migratie was – ook toen – een van de belangrijkste verkiezingsthema’s. Van Slageren onderzoekt aan de Universiteit Utrecht wat bepaald stemgedrag in regio’s bepaalt. En juist hoe mensen staan tegenover sociaal-culturele thema’s, zoals asielopvang, hangt samen met opleidingsniveau. “Theoretisch opgeleiden stemmen vaker links, maar ook iets vaker VVD, terwijl praktisch opgeleiden vaker PVV stemmen.”
Naar Houten gedreven
En die theoretisch opgeleide ‘stedelijke professionals’ trekken naar de omringende gebieden van Utrecht, weggedreven door de hoge huizenprijzen in de stad. “Eerst Noord-Houten, maar je ziet nu hetzelfde gebeuren in Noord-Nieuwegein. Deze nieuwe bewoners zijn theoretischer opgeleid, vaker werkzaam in de dienstensector en jonger. Die groep stemt meer GroenLinks-PvdA, D66 en de kleine linkse partijen.” Theoretisch opgeleiden stemmen ook VVD, weet Van Slageren, maar die werken vaker in de private sector en zijn wat vermogender. “Die hoeven dan ook minder naar Houten uit te wijken.”
Theoretisch opgeleide jonge vrouwen
Eerder al schreven we over de invloed van leeftijd. EenVandaag en Verian onderzochten welke partijen het populairst zijn onder ouderen. Volgens Van Slageren is leeftijd vooral van invloed in relatie tot geslacht. “Er is veel aandacht voor jonge mannen die naar radicaal-rechts zouden gaan, maar daar is niet heel veel bewijs voor”, legt hij uit. “Waar veel meer bewijs voor is, is dat jonge vrouwen, en met name theoretisch opgeleide jonge vrouwen, veel vaker links stemmen.”
Utrecht is hier als studentenstad met oververtegenwoordiging van vrouwen (96 mannen per 100 vrouwen) een goed voorbeeld van. In Houten is de genderverdeling vrijwel gelijk als in Utrecht (97 mannen per 100 vrouwen). Het aandeel jongeren tussen Houten en Utrecht komt ook vrijwel overeen (respectievelijk 30,9% en 29,4%), maar het aandeel 65+-ers is in Houten een stuk groter: 19,6% van de inwoners tegen 11% in Utrecht.













