NIEUWEGEIN – Aan de rand van de wijk Zuilenstein heeft Eneco eind vorig jaar een nieuwe warmtebuffer in gebruik genomen. In de laatste fase van de bouw is de vergroening van het terrein rondom de buffer aan de beurt. Om de start van deze fase te vieren plantten wethouder Marieke Schouten en Koen Gommers, Head of District Heating & City bij Eneco, samen het eerste groen.

De buffer verduurzaamt het Nieuwegeinse stadswarmtenet. Een warmtebuffer is een vat met een constante hoeveelheid water. Op momenten dat er weinig vraag naar warmte is, vult de buffer zich. Op piekmomenten, zoals ’s ochtends vroeg en aan het begin van de avond, kan deze warmte worden ingezet voor de huishoudens binnen het warmtenet. Daardoor is minder gas nodig om warmte op te wekken en dat is gunstig voor de CO2 uitstoot van het net.

Duurzamer
Marieke Schouten is enthousiast over de warmtebuffer. “Het is belangrijk dat we voor ons stadswarmtenet minder gas gebruiken. Veel woningen in de stad zijn daarop aangesloten. Dus als deze warmtevoorziening duurzamer wordt, dan is dat een belangrijke bijdrage aan het gebruik van schone energie.

In het groen
Buurtbewoners dachten mee tijdens de voorbereiding van het project. Daarbij is gekeken hoe de buffer het beste ingepast kon worden in de omgeving. Koen Gommers: “Zo hebben we de buffer enkele tientallen meters verplaatst, die valt daardoor meer uit het zicht. En de buffer is in natuurlijke kleuren geschilderd. Onderaan groen en naar de hemel toe blauw.” Ook bestond de wens dat de buffer gedurende het jaar zoveel mogelijk in het groen staat. Daar wordt nu gehoor aangegeven. Er komen veel nieuwe bomen, die ervoor zorgen dat er het hele jaar bloeiend groen rond de buffer staat. Verschillende bomen stonden in depot, die krijgen ook weer een plek.

Formaat
De buffer heeft een volume van 4000 m3, daarmee zouden vier miljoen flessen water gevuld kunnen worden. De breedte en hoogte zijn achttien meter. Dat is vergelijkbaar met een gebouw van zes etages hoog. Eneco bouwde in totaal vijf warmtebuffers in Utrecht en Nieuwegein.

Foto: Louise Mastenbroek