De rijksoverheid en dan name het ministerie van I&W werkt aan een luchtruimherziening en hierin is een vierde aanvliegroute voor Schiphol over de provincies Gelderland, Utrecht en Noord-Holland voorzien. Op een informatieavond georganiseerd door de kerngroep ‘Stop4deaanvliegroute’, sprak wethouder Paul van Ruitenbeek van de gemeente Houten zijn steun uit voor de inspanningen van de kerngroep om extra lawaaioverlast en mogelijk meer stikstofuitstoot in het gebied van onder andere de gemeente Houten te voorkomen.

Wethouder Van Ruitenbeek zei namens het college van B en W te spreken. Hij wees er  op dat vliegtuigen vliegen met mensen er in en dat zo’n discussie over vliegen eigenlijk ook breder getrokken zou moeten worden. “Hoe belangrijk vinden wij het om te vliegen?” De kerngroep was blij met de steun van de gemeente. Wethouder van Ruitenbeek legde in de bijeenkomst ook uit dat de gemeenteraad zich ook ernstig zorgen maakt over dit onderwerp. De gemeente Houten heeft zich via de provincie bij een kerngroep van gemeenten aangesloten die in gesprek gaat met het ministerie.

De voorzitter van ‘Stop4deaanvliegroute’ hield een presentatie over de status van de plannen en legde uit dat de kerngroep vreest voor meer geluidsoverlast van 60 decibel per vliegtuig en dat dan mogelijk 115 keer per dag of nog meer tot 330 in het slechtste scenario dat hij schetste. Afhankelijk van de mogelijke groei van Schiphol.

Een beleidsmedewerker geluid van de provincie legde uit dat besluitvorming over het onderwerp nu stil ligt terwijl er een nieuw kabinet gevormd wordt. Het onderwerp is door de Tweede Kamer controversieel verklaard wat betekent dat er in deze periode met een demissionair kabinet geen besluitvorming mag plaatsvinden. Hij noemde het verhaal van de voorzitter van de vereniging een steekhoudend verhaal.

De informatieavond vond plaats in de raadzaal van het gemeentehuis en de ruimte was door de gemeente beschikbaar gesteld.

Meer informatie op www.stop4deroute.nl

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Ruben Driessen. Foto’s René van den Brandt