Na vier dagen schoonspringen won Zwemvereniging Aquarijn uit Nieuwegein de Amsterdam Diving Cup. De pijlen zijn nu gericht op het Noorse Bergen Open (club- en landenteams) in mei en het Nederlands (Jeugd) Kampioenschap in Eindhoven in juni.
Sureka Bierman Kerklaan behaalde een bronzen medaille (C-groep). Yuna Hulkenberg scoorde een zilveren medaille op de 1 meter en een gouden medaille op de 3 meter sprong door een 2,5 salto achterover (B-groep). Op de 1 meter voor jongens was er een gouden medaille voor Matthew Hibbert (A-groep). Op de 3 meter was er een zilveren medaille voor Lars van Hilten en Matthew Hibbert behaalde brons. Bij de senioren vrouwen eindigde Oona Abbema twee keer op nummer 1, zowel op 1 meter als 3 meter. Bij het synchroonspringen behaalde Aiden en Nica goud. Iris en Kayra wonnen zilver met mix synchroon. Het goud ging naar Oona Abbema en Matthew Hibbert door een 3,5 salto voorover.
Nederlands (Jeugd) Kampioenschap
Zwemvereniging Aquarijn hoopt haar titel tijdens het Nederlands (Jeugd) Kampioenschap voor de tweede keer succesvol te verdedigen. Je kan, net als bij de Amsterdam Diving Cup, individueel winnen en voor je vereniging. Zo’n toernooi is verdeeld in vier categorieën: C (12-13 jaar), B (14-15 jaar), A (16 t/m 18 jaar) en senior (vanaf 19 jaar). “Een van onze specialiteiten bij toernooien is de contraschroef”, zegt hoofdcoach Angelique de Vroome. “Dat zie je nationaal maar weinig. Met een contraschroef sta je voorwaarts naar de plank en moet je achterwaarts draaien. Je maakt een salto met een schroef. Jongeren beginnen meestal met de basis: de schroef, voorwaartse, achterwaartse, contra- en de binnenwaartse sprong. Hoe ouder iemand wordt, hoe hoger de moeilijkheidsgraad zal zijn voor diegene tijdens wedstrijden. Een van de moeilijkste sprongen is een 4,5 salto van een 3 meter plank of een toren van tien meter hoog. De meeste atleten doen 10 tot 12 jaar daarover om die techniek onder de knie te krijgen. De meesten beginnen rond 22 jaar met het oefenen van deze sprong.”
Voorbereiding
Angelique de Vroome is sinds 1986 hoofdcoach bij Zwemvereniging Aquarijn. “Ik beschouw mijn werk als een uit de hand gelopen hobby. Dat doe ik samen met mijn zus Sabine. Zij is ook trainer. We doen dat vrijwillig, want trainers van deze sport worden meestal niet betaald, zowel nationaal als internationaal. We zijn een jaar bezig om de hoogspringers voor te bereiden voor een groot toernooi. Van half augustus tot eind december zijn we voornamelijk gefocust om kracht en conditie op te bouwen. De meeste schoonspringers trainen 6 tot 8 keer per week en zijn dan 15 tot 20 uur bezig. We hebben vertrouwen in een goed eindresultaat in mei en juni, maar we weten ook dat we het moeilijk krijgen door onze concurrentie uit Amsterdam en Eindhoven.”